Wil je zelf een bod uitbrengen op een huis, bevestig je bod dan altijd schriftelijk per e-mail of brief. Gebruik daarvoor bijvoorbeeld deze voorbeeldbrief die we al voor je hebben opgesteld. Je hoeft alleen nog de lege velden in te vullen met je eigen gegevens en de voorwaarden die je aan je bod verbindt.
Het biedingsproces begint met het uitbrengen van een openingsbod. Dat stel je vast op basis van jouw ideale prijs, jouw maximale prijs en de onderhandelingsruimte. Het openingsbod geef je samen met eventuele voorwaarden aan de verkoopmakelaar door. Naar aanleiding van jouw openingsbod kunnen er drie dingen gebeuren.
- Je krijgt een tegenvoorstel en kun je besluiten om daarmee akkoord te gaan of een nieuw voorstel te doen.
- Het bod wordt direct afgewezen. Bepaal of je een nieuw bod wilt uitbrengen of het hierbij laat.
- Het bod wordt direct geaccepteerd. Gefeliciteerd, de koopakte gaat opgemaakt worden.
Gaan jullie uit elkaar en kiezen jullie ervoor om jullie koophuis te verkopen? Dan krijgen jullie ieder de helft van de opbrengst (of de helft van een eventuele restschuld), tenzij jullie hier andere afspraken over hebben gemaakt. Wil een van jullie in het huis blijven wonen? Laat eerst door een financieel adviseur berekenen of dit financieel haalbaar is. Je moet namelijk niet alleen de hypotheek en alle andere maandlasten in je eentje kunnen dragen, maar ook in staat zijn om je ex-partner uit te kopen als er een overwaarde op het huis is. Een notaris legt in een akte van verdeling vast hoe jullie je gezamenlijke bezittingen willen verdelen en helpt ook nadenken over andere belangrijke regelzaken die je in zo’n situatie misschien over het hoofd ziet.
Ja, ook met een studieschuld kun je een eigen huis kopen en een hypotheek afsluiten. Wel is de hoogte van je schuld van invloed op het maximale hypotheekbedrag dat je kunt lenen. Hoe zwaar geldverstrekkers je studieschuld meewegen, hangt onder meer af van of je studieschuld onder het oude leenstelsel (voor 1 juli 2015) of het nieuwe (na 1 juli 2015) valt.
Alles over het energielabel
Een energielabel is maar een klein kenmerk van een huis, maar heeft veel impact. Ontdek hier wat dit voor jou betekent.
Dit zijn veelgestelde vragen over het energielabel
Het energielabel geeft aan hoe energiezuinig een huis is. Doe je voordeel met deze antwoorden op veelgestelde vragen over dit onderwerp.
De labelklassen van het energielabel geven aan hoe zuinig een woning is. Je ziet dit aan de letter en de kleur: een woning met energielabel A (donkergroen) is het meest energiezuinig. Woningen met energielabel G (rood) zijn het minst energiezuinig. Je energierekening zal daar fors hoger zijn dan als je in een woning met label A of B woont. Dit betekenen de labels:
- A (donkergroen) - zeer laag energieverbruik
- B (groen) - laag energieverbruik
- C (lichtgroen) - redelijk laag energieverbruik
- D (geel) - gemiddeld energieverbruik
- E (oker) - redelijk hoog energieverbruik
- F (oranje) - hoog energieverbruik
- G (rood) - zeer hoog energieverbruik
Een voorlopig energielabel is een inschatting op basis van de meestvoorkomende woningkenmerken, terwijl een definitief energielabel tot stand komt met gegevens over energiezuinigheid van die specifieke woning. Je kunt je energielabel zelf opvragen en definitief maken.
Ja, je bent verplicht een definitief energielabel te overhandigen bij de overdracht van je woning. Anders riskeer je een boete van 170 euro. Een definitief energielabel kun je aanvragen door een afspraak te maken met een vakbekwaam energieadviseur. Die bekijkt in 1 à 2 uur tijd de kenmerken van je woning en hoeveel energie er nodig is voor bijvoorbeeld verwarming, ventilatie en warm water. Na afloop krijg je een definitief energielabel en aanbevelingen voor verduurzaming.
Met de juiste maatregelen kun je je huis zo energiezuinig mogelijk maken en daarmee je energielabel verbeteren. Energie besparen begint met het plaatsen van tochtstrips of het isoleren van dak, gevel, vloer en glas. Daarna kun je verder met maatregelen als een warmtepomp.